Menu

Vaak starten we met ruwe gemestelde muren of zeer onregelmatige oppervlakten. De eerste behandeling is dan het aanbrengen van een raaplaag. Door het aanbrengen van deze laag krijgen we een goede ondergrond voor verdere bewerking.

Raapwerk is het vlak en strak maken van ruwe wanden en plafonds met behulp van een vrij dikke laag gipsmortel. Bij dunnere lagen, tot 6 millimeter, wordt gesproken van pleisterwerk.

Een raaplaag is tussen 7 millimeter en 5 centimeter dik. Raapwerk levert een gladde ondergrond voor vrijwel alle verdere wand- en plafondafwerkingen: sierpleister, spachtelputz, verf, sausen, behangen, etc.

U kiest zelf de mate van gladheid. Met raapwerk is het mogelijk om scheve muren of plafonds weer recht te maken door bepaalde delen dikker of juist dunner te "rapen". Bovendien kunnen door deze grotere laagdikte, in raapwerk togen en andere ronde profielen worden verwerkt.

Raapwerk wordt gedaan met gips en gips werkt vochtregulerend: het kan vocht opnemen en het opgenomen vocht weer afstaan. Vanwege zijn dikte is een raaplaag ideaal voor de afwerking van vochtige ruimtes zoals badkamers en kelders. Daarnaast werkt gips brandvertragend.

Het waterpas en haaks zetten van de raaplaag is heel belangrijk. Zeker als er later tegelwerk wordt aangebracht. Is de wand niet goed waterpas, dan ziet u dit terug in het tegelwerk. Ook in de keuken en badkamer is het erg belangrijk dat de raaplaag waterpas en haaks is. Is de wand niet goed waterpas en haaks? Dan krijgt u een lelijke kier te zien tussen de keukenkastjes, aanrechtblad en de wand of tussen het bad, douchebak en de wand.